Rechter buigt zich over spiekbriefje

Eerder deze week plaatsten wij een overzicht van de mogelijkheden die een leerling heeft om een beslissing over een examen aan te vechten. Dat stuk was geschreven door Job Keijser van ons kantoor. Een paar dagen later bracht diezelfde Job Keijser in een kort geding bij de rechtbank Lelystad de theorie in de praktijk.

Hij stond een leerling bij, die in mei VWO-eindexamen Nederlands had gedaan. Haar werk was ongeldig verklaard omdat achteraf op de verwarming van het klaslokaal – vlakbij de plek waar de leerling had gezeten – een met potlood beschreven briefje was gevonden. Het stond snel vast dat het handschrift op het briefje dat van de leerling was. De rector zag dat als een onregelmatigheid en besloot het examen ongeldig te verklaren. Daarop stapte de leerling naar de rechter met als doel het examenwerk alsnog beoordeeld te krijgen. De leerling was níet op heterdaad betrapt, dus het hing er nogal vanaf hoe je de feiten waardeerde.

De tekst op het briefje ging over drogredenen. Volgens de leerling was dat helemaal geen examenstof. Volgens de school wel. En hoe was dat briefje op de verwarming terecht gekomen? Was het er vooraf neergelegd (zoals de school veronderstelde), of was het blijven liggen toen de leerling achteraf haar tas inpakte? En kun je überhaupt spieken van een blaadje dat minstens anderhalve meter van je af ligt?

Zoals vaker in kort geding kwam het in deze zaak dus meer aan op de feiten dan op de regels. Om daar goed mee om te gaan is natuurlijk ook een belangrijke vaardigheid van ons als advocaten. Dat maakt het natuurlijk wel een stuk smeuïger. Waarschijnlijk daarom berichten onder anderen de Telegraaf, Trouw en de Gooi- en Eemlander over de zitting. Het leukste verslag is echter te vinden op NOSstories op Instagram. Hier worden nog meer vragen gesteld over de feiten. Ook in de comments. De rechter doet op 11 juli 2024 uitspraak.

Volgende
Volgende

Examens: een juridisch kader